HEERENVEEN - GroenLeven is trotste sponsor geworden van Museum Belvédère in Heerenveen. Op dinsdag 1 juni is de symbolische cheque op verantwoorde wijze overhandigd aan het museum. Met het sponsorbedrag kunnen toekomstige activiteiten van het museum worden gefinancierd en kunstcollectie worden behouden voor volgende generaties.
Het museum organiseert interessante tentoonstellingen met moderne en hedendaagse kunst uit de vaste collectie en tijdelijke tentoonstellingen, waaronder ‘Aarde en wereld’ van kunstenaar Olphaert den Otter. Han Steenbruggen, directeur-conservateur bij Museum Belvédère: “Museum Belvédère prijst zich gelukkig met de support van GroenLeven. Niet in de laatste plaats omdat duurzaamheid en de zorg om natuur ook zo verweven is met onze tentoonstellingen. Het geeft motivatie om samen toe te werken naar een nieuw project waarin kunstenaars hun betrokkenheid bij landschap, natuur en duurzaamheid kunnen uiten.”
Gezamenlijk voor de toekomst
Het sponsorschap past goed bij GroenLeven. GroenLeven ontwikkelt zonne-energie voor een schonere wereld en een betere toekomst voor de komende generaties, net zoals Museum Belvedere werkt aan het behoud en tentoonstellen van moderne kunst voor de komende generaties, die regelmatig de visie op onze leefomgeving weergeeft. In het nieuwe partnerschap zal dan ook aandacht besteed worden aan de invloed van de mens op het landschap en de veranderingen die de energietransitie met zich mee heeft gebracht in het verleden en zal meebrengen in de toekomst, bijvoorbeeld in een expositie.
Roland Pechtold, algemeen directeur van GroenLeven, overhandigde dinsdag de symbolische overeenkomst aan het museum. “We komen uit en zitten nog steeds in Heerenveen en kennen daarom het belang van Belvedère heel goed. Het nieuwe partnerschap met Museum Belvedère maakt duidelijk dat het belang van een duurzame aarde via uiteenlopende kanalen tentoongesteld kan worden. Met zonne-energie, maar ook met moderne kunst die onze wereld vanuit diverse perspectieven in het daglicht zet. Samen werken we aan die belangrijke verspreiding van de boodschap dat we op onze aarde moeten passen, en welke veranderingen daarbij horen.”